Er zijn bij het brouwen van bier een aantal situaties, waarbij het maken van een giststarter de uitkomst kan zijn. Maar wat zijn nu die situaties en wat is een giststarter eigenlijk?
De meeste hobbybrouwers voegen gewoon korrelgist of vloeibare gist toe aan het afgekoelde wort. Dit zijn de meest gebruikte vormen om het gist toe te voegen.
Het kan zijn dat de hoeveelheid korrelgist, die je wilt gebruiken, onvoldoende is om een hele batch te vergisten. Of de vloeibare gist die je wilt gebruiken is niet vitaal genoeg. Je loopt dan het risico dat de vergisting zal stokken en dus niet verder gaat.
In plaats van kant een klare gist te gebruik kun je er ook voor kiezen om gist nogmaals te gebruiken of je hebt juist een gist opgekweekt uit een (commercieel) flesje bier. Je wilt dan voldoende gistcellen hebben om de suikers in het wort te lijf te kunnen gaan.
Wanneer maak je een giststarter?
Soms weet je vooraf al dat de hoeveelheid gist die je gaat toevoegen onvoldoende is om de complete batch te vergisten. Je kan er dan voor kiezen om de dubbele hoeveelheid gist toe te voegen, maar het alternatief is het maken van een giststarter.
Wat je eigenlijk doet is ervoor zorgen dat de gist een ‘voorsprong’ heeft. Eigenlijk kweek je een kleine hoeveelheid gist op en vermeerder je dus de cellen, waardoor de hoeveelheid uiteindelijk groot genoeg is om het wort te kunnen enten.
ADVERTENTIE
Hoe maak je een giststarter?
Voor het maken van een giststarter, zorgen we ervoor dat de gist een goede voedingsbodem heeft die niet al te zwaar is. Dit doen we door moutextract te gebruiken.
We hebben de volgende zaken nodig:
- Erlenmeyer van 1 liter
- 75 gram mout extract
- Aluminium folie
- 500 ml water
Als je niet de beschikking hebt over een erlenmeyer, dan kun je ervoor kiezen om een fles te gebruiken en een (steel)pan.
Stappenplan om een giststarter te maken
Het onderstaande stappenplan is voldoende om giststarter te maken van 500 ml. Dit is voldoende om ongeveer 20 – 25 liter wort te vergisten.
- Steriliseer de erlenmeyer. Zorg er hierbij voor dat je schoon werkt.
- Verwarm 500 ml water.
- Voeg vervolgens het moutextract toe.
- Kook het een aantal minuten en zorg ervoor dat het extract goed is opgelost.
- Nu koel je het ‘wort’ af naar kamertemperatuur. Dit kun je bijvoorbeeld doen door een ijsbad te maken. Dek de opening af met aluminiumfolie.
- Als het mengsel is afgekoeld naar zo’n 20-22 graden, voeg de gist dat je wilt vermeerderen toe. Dit kan dus korrelgist of vloeibare gist zijn. Maar bijvoorbeeld ook gistslurrie van een eerdere vergisting of een depot met opgekweekt gist.
- Na het toevoegen van het gist is het verstandig om goed te beluchten, schud de erlenmeyer goed.
- Op de brouwdag voeg je de starter toe aan het afgekoelde wort dat je wilt vergisten.
Wat is het moment om de giststarter te maken?
Een giststarter moet actief zijn als je deze toevoegt aan het wort, dus maak deze 2 – 3 dagen voor het brouwen. Als het gist inactief is geworden, dan kun je nog wat moutextract toevoegen, zodat het weer actief wordt.
Eventueel kun je de starter op de brouwdag in de koelkast zetten. Het gist zal dan naar de bodem zakken. De vloeistof die op het gist staat kun je weggieten en het gist voeg je dan toe.
Opschalen van de starter
In dit geval gaan we voor een giststarter van 500 ml. Wil je een zwaarder wort of een grotere hoeveelheid vergisten, dan kun je ervoor kiezen om de starter op te schalen.
Hiervoor maak je een tweede starter van 1000 ml met 150 gram mout extract en volg je vervolgens dezelfde procedure. De inhoud van de eerste starter voeg je dan toe.
ADVERTENTIE
Enkele veelgestelde vragen over starters
Een giststarter is niets meer dan een bepaalde hoeveelheid gistcellen die zijn vermeerderd. Op deze manier kun je met een minder vitaal gist of als je te weinig gistcellen hebt alsnog een wort vergisten.
Door een goede voedingsbodem zullen de gistcellen zich vermeerderen en is het sterk genoeg om het wort te vergisten. Hierdoor is de kans kleiner dat de vergisting zal stokken.
Voor het maken van een giststarter heb je sowieso een erlenmeyer van 1 liter nodig. Wil je de starter opschalen, dan is een tweede van 2 liter ook handig om te hebben.
Verder is het handig om (droog) mout extract te gebruiken. Dit is een snellere manier om een wort te maken voor de gist. Je kan overigens ook mout schroten en dit gebruiken, maar dat vergt iets meer werk.
Soms wil je het gist een kleine voorsprong geven, zodat het gist het wort kan verwerken zonder dat de vergisting stil valt. Daarnaast kan de hoeveelheid beschikbare gistcellen in beginsel te weinig zijn om het wort te vergisten.
Samengevat: Door het maken van een starter zorg je voor de juiste hoeveelheid cellen en voorkom je een gestokte vergisting.
De giststarter voeg je op hetzelfde moment toe dan wanneer je het normale gist zou toevoegen. Dus na het afkoelen van het wort als het koken voltooid is. Het is wel verstandig dat de gist nog actief is, zodat deze meteen aan de slag kan met het wort.
Als je vloeibaar of een korrelgist gebruikt, dan heb je zo’n 2 a 3 dagen nodig voordat de starter voldoende gistcellen heeft. Bij een gistdepot kan het iets langer duren.
Over het algemeen is een erlenmeyer hittebestendig. Je kunt deze op het fornuis zetten. Bij twijfel kun je kiezen om het wort (de voedingsbodem) in een (steel)pan te verwarmen.
2 reacties op “Een simpele giststarter, zo maak je hem zelf”
Hoi Andy, mooie omschrijving voor het maken van een giststarter. Ik wil binnenkort een weizen brouwen met een giststarter. In de giststarter wil ik ook gistvoeding toevoegen. Weet jij wanneer deze toegevoegd moet worden? Ikzelf dacht voor het koken van het moutextract. Alvast bedankt.
Groetjes Frank
Dank je wel! Ik zou de gistvoeding toevoegen als moutextract kookt, dan lost deze mooi op.