Voor de thuisbrouwer is er veel te kiezen als het gaat om brouwketels. Gelukkig zijn er betaalbaar all-one-ketels te koop waar je thuis een prima bier mee kunt brouwen.
In het kort
- De all-in-one brouwketel (bijvoorbeeld Brew Monk, Arsegan Easybrew) is een betaalbare en compacte oplossing die alle stappen van het brouwproces (maischen en koken) in één ketel combineert.
- Deze ketels nemen veel werk uit handen; ze zijn eenvoudig te bedienen en de kook- en maischschema’s zijn goed in te stellen. Ze zijn ideaal voor beginnende en gevorderde hobbybrouwers die efficiënt en compact willen brouwen.
- Je kunt uitstekende bieren brouwen met een betaalbare ketel (€400-€500). De kwaliteit van het bier wordt voornamelijk bepaald door de beheersing van het brouwproces (temperatuur, hygiëne, vergisting), niet door de prijs van de apparatuur.
- Er zijn enkele beperkingen, zoals een lager brouwzaalrendement (rond de 70-75%) en een relatief laag maximum moutvolume (vaak rond 8 kg in een 30L-ketel).
- Upgraden naar duurdere merken (zoals Grainfather of Speidel) is pas aan te raden als je merkt dat de instapketel je workflow hindert, je tegen beperkingen aanloopt, of als je grotere batches wilt brouwen.
Is een dure ketel beter dan een goedkope?
Heb je als beginnende hobbybrouwer eigenlijk een dure ketel van 800 euro nodig of is het ook mogelijk met een lager budget? Het antwoord hierop is eenvoudig: ja dat kan zeker. Er zijn gelukkig genoeg betaalbare all-in-one ketels te verkrijgen waar je echt goede bieren mee brouwt.
Ik behandel in deze blogpost de ketels die onder verschillende namen en met minimale verschillen onderling verkrijgbaar zijn. Denk aan de Arsegan Easybrew, Brew Monk, Klarstein Mundschenk of de Brewster Beacon van Brewolution. Er zijn hier ongetwijfeld nog varianten die ik vergeten ben, maar dit is een globaal overzicht zodat je een beeld hebt.
Mijn ervaring met de Easybrew 30 (sinds 2018)
In 2018 ben ik zelf overgestapt van het brouwen in kleine pannen op het fornuis naar een elektrische brouwketel. Het was de Arsegan 30 verkocht door Braumarkt. In dezelfde tijd kwam ook Brouwland met de Brew Monk. Er waren twee varianten: 30 liter en 60 liter.
Het was bijzonder om te zien hoe erg de ketels op elkaar leken. Voordeel daarvan was wel dat onderdelen onderling uit te wisselen waren. De Brew monk liep zelfs wat voor op de Easybrew en had bijvoorbeeld al een pijlglas, maar ook een whirlpoolstang en niet veel later ook een isolatiemantel om de temperatuur wat beter vast te houden. Het zal je dan ook niet verbazen dat mijn setup een mengeling is geworden van de Easybrew ketel met accessoires van de Brew monk.
Bij het roeren zat bij mij wel de overlooppijp in de weg. Een enkele keer is deze zelfs losgeraakt tijdens het brouwen. Dat was voor mij voldoende aanleiding om de overlooppijp weg te halen. Uiteindelijk is dit een goede keuze gebleken, want het roeren gaat me een stuk makkelijker af.
Hoe de all-in-one brouwketels zich ontwikkelden
De Brew monk kreeg op een gegeven moment een schuiner schermpje, zodat je van bovenaf makkelijker kon zien hoe het ervoor stond. De Easybrew kreeg ook een kijkglas, gemonteerd op de brouwkraan. Een best verschil met die van de Brew Monk die wat meer geïntegreerd was. Verder groeide ook het formaat van de Brew Monk, van 30 naar 40 liter.
Ook bij de moutkorf is een aanpassing gedaan. Waar je eerst alleen bovenin nokken had om de korf aan te hangen, daar is een tweede laag bij gekomen in het midden. Dit maakt het mogelijk om de korf geleidelijk te verwijderen. Daarnaast vergemakkelijkt dit ook het spoelen van het wort.
Een andere aanpassing bij de Brewmonk is de toevoeging van WiFi aan de controller, dit maakt het mogelijk om de brouwketel via een app in te regelen. Een erg toffe update als je het mij vraagt.
Toekomst van de all-in-one ketels
Als ik kijk naar de ontwikkelingen van de afgelopen jaren, verwacht ik vooral verfijningen en geen grote revoluties. De ketels lijken overigens in essentie nog steeds wel op elkaar, maar de verschillen zijn inmiddels toch minder genuanceerd te noemen. Zelf verwacht ik dat de wijzigingen de komende jaren daarom minimaal zullen zijn. Er is een solide fundament gelegd van ‘huismerk’ brouwketels met vergistingsvaten en accessoires zoals bijvoorbeeld hopspiders en tegenstroomkoelers.
Als ik dan toch een duit in het zakje zou mogen doen, dan zou ik de ketel zelf willen uitbreiden met:
- Geïntegreerde koelmantel in de ketel. Twee aansluitingen aan de buitenkant voor de aanvoer en afvoer van water. Dit maakt het koelen wat makkelijker.
- Een iets sterkere mogelijkheid om het wort te whirlpoolen. De huidige snelheid is niet echt snel genoeg wat mij betreft.
- Een roerwerk omdat het wort wat beter te vermengen en circuleren, dit kan het rendement voor de ketel goed vergroten.
Waarom een all-in-one ketel ideaal is voor beginners
Zo’n all-in-one ketel neemt je best wat werk uit handen. Zo heb je maar 1 ketel nodig om alles met te doen. Na het maischen is het slechts een kwestie van de moutkorf verwijderen en je kunt direct door met het koken.
- Je hebt maar 1 brouwketel nodig om bieren met te brouwen.
- Zowel het maischschema als het koopschema is prima in te stellen en voorkomt gedoe met timers.
- De brouwketel is compact en eenvoudig op te bergen.
Enkele nadelen en aandachtspunten
Naast de voordelen zijn er ook een aantal nadelen te noemen. Zo vind ik de hoeveelheid mout dat ik kan gebruiken wat aan de lage kant. In het meest gunstige geval kan ik een beslag maken van zo’n 8 kilo. Ook het rendement valt me wat tegen. Ik weet dat 80% haalbaar kan zijn, toch lukt het me nog niet om dat te halen.
- Lager brouwzaalrendement, deze ligt toch rond de 70-75%.
- Sneller uitstroomsnelheid bij het spoelen: deze stap is binnen no-time uitgevoerd, daardoor gaan veel suikers mogelijk verloren
- Er is veel dode ruimte onder de moutkorf, daardoor is het lastig om op het gewenste eindvolume te eindigen
Brouw je goede bieren met een betaalbare ketel? (Ja, en dit is waarom)
Dan de grote vraag: brouw je lekkere bieren met een ketel die zo’n 400-500 euro kost? Jazeker. Dure ketels maken per definitie niet dat je meteen de beste bieren brouwt. Het gaat vooral om beheersing van het brouwproces. Als je dit proces eenmaal beheert, dan brouw je met zowel de meeste simpele pannen als met de allerduurste installaties uitstekende bieren.
De opmaat naar betere kwaliteit brouwketels
Als je wat langer hebt gebrouwen met zo’n Easybrew of Brew monk, dan kan ik me goed voorstellen dat je de volgende stap wilt zetten. Het zijn natuurlijk ketels die qua budget wat lager zitten en daardoor iets minder kwalitatief zijn vergeleken met merken als Grainfather, Speidel of Brewtools. Heb je al wat meer brouwervaring en zijn je zakken wat dieper, dan zou ik de brouwketels gaan vergelijken.
Met mijn brouwketel brouw ik nu al zo’n 7 jaar prima bieren. Wel sla ik tegenwoordig de stap van het spoelen over, want de uitloopsnelheid van het wort gaat veel me veel te snel. Natuurlijk kan ik dat opvangen door ouderwets met een filterkuip aan de slag te gaan, maar dat haalt juist het voordeel van de all-in-one ketel weg.
Wat betreft het lagere brouwzaalrendement. Met wat eenvoudige stapjes is deze met een aantal punten te verhogen. Zo heb ik eerder wat tips geschreven waarmee je het rendement kunt verhogen. Bijvoorbeeld door fijner te schroten, te roeren tijdens het maischen en het hanteren van de juiste beslagdikte helpt al bij het verhogen.
Veelgestelde vragen over elektrische all-in-one brouwketels
Een all-in-one ketel is ideaal voor de beginnende én gevorderde hobbybrouwer die efficiënt wil brouwen zonder losse pannen, koelspiralen en branders. Als je weinig ruimte hebt, snel wilt werken en een compact systeem zoekt dat eenvoudig op te bergen is, dan is een elektrische ketel de beste keuze. Je kunt er bovendien uitstekende kwaliteitsbieren mee brouwen.
Upgrade wanneer je merkt dat je tegen duidelijke beperkingen aanloopt. Dus als je bijvoorbeeld grotere batches wilt brouwen of merkt dat de pomp, circulatie of dode ruimte je workflow hinderen. Als je proces staat als een huis maar je zoekt meer gemak, controle of schaal, dan is een upgrade logisch.
Ja, absoluut. De ketel bepaalt niet de kwaliteit van je bier — jij als brouwer doet dat. Procesbeheersing (temperatuur, schoon werken, vergisting) maakt het verschil. Een duurdere ketel biedt vooral meer gemak en stabiliteit, maar niet automatisch betere smaken.
De meeste 30L all-in-one systemen kunnen 6–8 kilo mout aan zonder aanpassingen. Dat is genoeg voor alle standaard bierstijlen. Voor sterke bieren zoals tripels, imperial stouts of barleywines kun je dunner maischen, langer spoelen of partigyle gebruiken. Maar voor 90% van alle bieren is 8 kilo ruim voldoende.
paar kleine optimalisaties geven vaak al een flinke winst. enk aan iets fijner schroten, regelmatig roeren, met heet water spoelen, de moutkorf langzamer op tillen. Met deze tips zou je makkelijk 75-80% rendement moeten halen, ook uit een instapmodel.
