Als je gaat brouwen, dan zul je merken dat er verliezen optreden. Een klein deel zal bijvoorbeeld verdampen. Deze verliezen vangen we op door middel van het spoelwater.
Inhoudsopgave
In de meeste brouwrecepten staat aangegeven voor hoeveel liter bier het recept bedoeld is. Dit kan bijvoorbeeld 20 liter zijn. Het is dan niet vanzelfsprekend om te beginnen met 20 liter water.
Tijdens het brouwen zal namelijk een deel van het water verdampen, achterblijven in de mout na het maischen of samen met andere vaste deeltjes achterblijven in de pan na het koken.
Om tot een bepaald eindvolume te komen zullen we deze verliezen moeten opvangen. Dit doen we tijdens het spoelen door middel van het spoelwater.
Hoeveel spoelwater is er nodig?
Per kilo gebruikte mout zal er ongeveer 75% van het gewicht in liter water verloren gaan. Dit komt doordat de mout water gaat opnemen.
Daarnaast zullen vaste deeltjes tijdens het koken naar de bodem zaken, deze deeltjes zullen ook vocht opnemen. Ook de gebruikte hop zal water opnemen. Dit sediment blijft dus achter op de bodem in de ketel. Het verlies hiervan is ongeveer 5%.
De meeste lastige factor is de verdampingssnelheid. Deze is namelijk per brouwinstallatie verschillend. Over het algemeen ligt dit percentage ongeveer tussen de 25 en de 30% .
Hoeveel water verdampt mijn ketel?
Een goede manier om te kijken wat de verdampingssnelheid is van een brouwketel is door een uur lang een bepaalde hoeveelheid water op hetzelfde vermogen te koken.
Door het volume aan zowel het begin als het einde te meten kun je bepalen hoeveel er verdampt. Op basis hiervan kun een percentage uitrekenen.
Stel dat je begint met 10 liter en je houdt uiteindelijk 8 liter over dan is je verdampingspercentage 20%.
Rekenvoorbeeld van spoelwater
Als we willen weten hoeveel spoelwater er nodig is om 20 liter bier te brouwen met een moutstorting van 4 kilo, dan moeten we dus kijken naar de verliezen.
De verliezen die we hebben zijn:
- 3 liter blijft achter in de mout
- 1 liter blijft achter op de bodem van de ketel
- 6 liter zal verdampen
Om 20 liter bier te brouwen hebben we dus 30 liter brouwwater nodig. We kunnen dan beginnen te maischen met 18 liter water en vervolgens spoelen met 12 liter spoelwater. Bij het koken beginnen we dan met 27 liter water. Je zou dus denken dat we bij aanvang 30 liter hebben, maar 3 liter water blijft na het maischen achter in de mout.
De gebruikte beslagdikte
In het hierboven genoemde voorbeeld ban ik uitgegaan van 4,5 liter water per kilo mout. Dit is namelijk de beslagdikte die ik over het algemeen probeer te hanteren. Deze ligt tussen de 4 tot 4,5 liter water per gebruikte kilo mout.
Verliezen beperken
Allereerst: verliezen heb je natuurlijk altijd wel. Deze verliezen kun je dus beter accepteren en opvangen door meer water te gebruiken.
Een drietal tips/ervaringen die ik kan geven door mijn ervaringen met de Arsegan Easybrew ketel.
1. Verdamping bij het maischen
Dit is vooral een probleem als je echt de volumes van te voren hebt afgemeten. Door het weglaten van het deksel tijdens het maischen kan een deel van het water verloren gaan door condens.
Normaal komt deze condens tegen het deksel terecht en komt zo weer terug in de ketel. Door de deksel zoveel mogelijk op de pan te houden voorkom je dus eventuele verliezen door verdamping tijdens het maischen zelf.
Dit probleem heeft helaas twee kanten. Want met een ketel waarbij je veel moet roeren, omdat het rendement anders best wel tegenvalt, kan het best een gedoe zijn om met een deksel te rommelen.
Natuurlijk kun je het verlies accepteren en gewoon spoelen tot een bepaald beginvolume. Dit werkt sowieso veel beter dan alles vooraf af te meten. Als je dus 5 liter spoelwater hebt berekent, dan kun je ook gewoon 7 liter klaar zetten.
2. Koken op lager vermogen
We willen natuurlijk op een bepaald eindvolume komen. Daardoor ben je geneigd om op vol vermogen te koken. Hoe heftiger de kook hoe beter zou je zeggen. Allereerst heb je risico dat bezonken eiwitten en andere vaste deeltjes gaan verbranden als het vermogen al te hoog ligt.
Ik heb daarom gekozen om op een lager vermogen te koken. Het vermogen van mijn ketel ligt op de 2000 tot 2200 watt en dit lijkt prima te werken. Het lagere vermogen voorkomt in ieder geval een aangebrande bodem.
3. Een verschil van 2 liter opvangen
Uit eigen ervaring heb ik gezien dat ik altijd een verschil heb van twee liter tussen wat er in de ketel zit en wat er uiteindelijk in het vat gaat. In het vat zit namelijk altijd 2 liter minder, dan wat de ketel aangeeft.
De mogelijke oorzaak die ik kan bedenken is dat een warme vloeistof minder compact is dan een afgekoelde vloeistof.
Ik wil dit verschil de volgende keer opvang door twee liter extra water te gebruiken bij het spoelen.
4 reacties op “Spoelwater, hoeveel heb je nu nodig?”
Hoi Andy, ik vind het vaak lastig in te schatten met hoeveel water je moet beginnen. Ik weet dat er een soort schema is, en voor 20 liter bier ong 23 liter na spoelen moet overblijven. Maar stel, je begint met 18 liter bier, dan blijft er toch te weinig spoelwater over, of zie ik dat verkeerd?
Ik zelf hanteer altijd een beslagdikte van 4 – 4,5 liter water per kilo mout. En voor de rest gebruik ik Brewfather om het een en ander te berekenen. Soms blijf ik ook met een minimale hoeveelheid spoelwater over. In dat soort gevallen kies ik er wel eens voor om gewoon niet te spoelen en meer maischwater te gebruiken.
Hoi Andy,
Je geeft aan dat je voor het Maischen met 18 start en 12 liter spoelwater gebruikt. Maar dan komt een stap die ik niet snap. Vervolgens heb je 27 liter om te koken. Waar komt die 27 liter vandaan? Ik zou denken dat je dan 30 liter hebt, of ga je ervanuit dat je van het spoelwater nog 3 liter verliest in de mout? Dat zou ik op zich vreemd vinden. De mout is immers al verzadigd met water (van het Maischen). Dus het spoelwater neemt daar de plaats in van de wort.
Er blijft ongeveer 3 liter achter in de mout na het maischen. Deze hoeveelheid wordt dus opgenomen door de mout. Dus vandaar de 27 liter.